De Eerste Kamer is 11 juli 2012 akkoord gegaan met een (structurele) verhoging van de AOW gerechtigde leeftijd. Het is voor het eerst sinds de invoer van de AOW (1957) dat dit gebeurd. Deze verhoging vloeit voort uit de bezuinigingsmaatregelen van de overheid. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd binnen onze sociale wetgeving zal zondermeer ook gevolgen hebben voor de pensioenleeftijd van aanvullende pensioenregelingen.
AOW
De AOW gerechtigde leeftijd zal t/m 2023 stapsgewijs worden verhoogd. Dit begint in 2013. Hieronder een tabel waarin deze stappen worden weergegeven:
Verhoging in | Verhoging in maanden | AOW leeftijd |
2012 | 0 | 65 |
2013 | 1 | 65 + 1 maand |
2014 | 1 | 65 + 2 maanden |
2015 | 1 | 65 + 3 maanden |
2016 | 2 | 65 + 5 maanden |
2017 | 2 | 65 + 7 maanden |
2018 | 2 | 65 + 9 maanden |
2019 | 3 | 66 |
2020 | 3 | 66 + 3 maanden |
2021 | 3 | 66 + 6 maanden |
2022 | 3 | 66 + 9 maanden |
2023 | 3 | 67 |
2024 | 0 of 3 | bij avmb vast te stellen voor 01-01-2019 |
Vanaf 2024 gaat de overheid evalueren en, samen met het Actuarieel Genootschap, bekijken in hoeverre de gemiddelde leeftijd verder is gestegen. Hierop wordt de AOW gerechtigde leeftijd aangepast. Feitelijk gaat de AOW vanaf 2024 dus meebewegen met het ouder worden van de Nederlandse bevolking.
Let op:
Stel dat je bent geboren op 1 november 1950. Je wordt in 2015 dus 65 jaar. Echter in 2015 geldt dat je AOW ontvangt wanneer je 65 jaar en 3 maanden oud bent. Uitgaand van bovengenoemde geboortedatum dus pas op 1 februari 2016. Echter, in 2016 is de pensioengerechtigde leeftijd pas wanneer je 65 jaar en 5 maanden oud bent. Dit impliceert dat je, in dit voorbeeld, dus moet wachten tot 1 april 2016 voordat je AOW gerechtigd bent!
Gevolgen voor het aanvullende werkgevers-werknemers pensioen
Nu de AOW gerechtigde leeftijd omhoog gaat, zal dit direct gevolgen hebben voor de aanvullende pensioenregeling die u collectief heeft geregeld ten behoeve van uw werknemers.
Een verhoging van de pensioenleeftijd impliceert immers dat er langer wordt doorgespaard en korter wordt uitgekeerd. De kosten zullen dus, in eerste aanleg, dalen. De fiscus gaat hierop anticiperen door de maximaal fiscaal toegestane opbouw te verlagen. Het maximale opbouwpercentage van de eindloonregeling gaat omlaag van 2% naar 1,9% per dienstjaar. Dit op basis van een 67-jarige pensioengerechtigde leeftijd.
Het maximale opbouwpercentage van de middelloonregeling gaat omlaag van 2,25% naar 2,15% per dienstjaar.
Hetzelfde gaat gelden voor de beschikbare premieregeling. Deze regelingen kennen veelal een gestaffelde premietoezegging. Deze liep nu op tot de periode 60-65 jaar, maar zal worden verlengd met de periode 65-67 jaar.
Verzekeraars willen de pensioengerechtigde leeftijd graag ineens verhogen naar 67 jaar (voorstel is om dit in 2014 te doen). Dit in verband met administratieve handelingen en de daarbij horende kosten.
Kunt u uw toezegging zondermeer aanpassen?
Wanneer u de pensioenregeling dus gaat aanpassen conform de nieuwe fiscale wetgeving (voor zover dit noodzakelijk is), zou dit kunnen leiden tot een besparing van werkgeverslasten. Dit kan echter niet zondermeer worden doorgevoerd zonder daarbij ook de deelnemers te compenseren!
Een aantal zaken zijn cruciaal bij het (eenzijdig) aanpassen van uw pensioenregeling:
- De Pensioenwet. Het wijzigingsbeding. In artikel 19 staat dat de werkgever de regeling alleen eenzijdig kan wijzigen als die mogelijkheid is opgenomen in de pensioenovereenkomst en de reden van de wijziging van zwaarwichtig belang is voor de werkgever. De pensioenovereenkomst is de overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer.
- Burgerlijk Wetboek. In artikel 6:248 (verbintenissenrecht) staat dat een duurovereenkomst kan worden opgezegd naar redelijkheid en billijkheid. Wel moet er een opzegtermijn in ogenschouw worden genomen en lijkt een compensatie wenselijk.
- Burgerlijk Wetboek. Artikel 7:613. Het gaat hier om een arbeidsrechtelijke wijziging.
Heeft uw onderneming een Ondernemingsraad of bent u verplicht aangesloten bij een CAO, dan spelen deze factoren ook een belangrijke rol in het proces.
Heeft u in de pensioenovereenkomst het wijzigingsbeding opgenomen, annex artikel 19 van de Pensioenwet, dan lijkt het goed uit te leggen dat u, door de wetswijziging, de pensioengerechtigde leeftijd eenzijdig aanpast.
Is dit niet het geval dan gelden duidelijk zwaardere criteria. U dient bijvoorbeeld aan te tonen dat door handhaven van de regeling een onaanvaardbare situatie voor u als werkgever ontstaat.
Kunnen werknemers om een compensatie vragen?
Feitelijk is het uitstellen van de pensioengerechtigde leeftijd een versobering van de arbeidsvoorwaarden. Bovendien kan deze handeling leiden tot een verlaging van de kosten voor de werkgever.
Uw werknemers zouden daarom (met succes) een compensatie kunnen verlangen. Dit speelt (globaal genomen) alleen wanneer uw pensioentoezegging tegen het fiscaal toegestane plafond zit waardoor de toezegging nu moet worden verlaagd. Vele werkgevers zitten daar doorgaans onder. Zij kunnen hun pensioentoezegging gewoon handhaven waardoor een compensatie veelal niet aan de orde is.
Is deze wetgeving definitief?
Er komen verkiezingen in september 2012. De PVV, SP en 50Plus stemden tegen deze wetgeving. De PVDA is wel voor verhoging van de AOW leeftijd, maar wilde dit geleidelijker invoeren. Theoretisch gezien zou (afhankelijk van de verkiezingsuitslagen) de wet nog kunnen worden teruggedraaid.
Welke nevengevolgen heeft de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd?
Er zijn misschien wel meer nevengevolgen dan men in eerste aanleg verwacht. Zo zal de eindleeftijd van de sociale- en werknemersuitkeringen eveneens moeten worden verhoogd om te blijven aansluiten bij de pensioenleeftijd. U kunt hierbij denken aan de WIA en de WW.
Ook zal de eindleeftijd van de ziekteverzuimperiode (de eerste 2 jaar van ziekte die u zelf moet doorbetalen als werkgever) worden verhoogd. Hetzelfde geldt voor uw ziekteverzuimverzekering.
De (inkomsten) belastingschijven zijn na de pensioendatum, nu nog 65 jaar, lager dan voor 65 jaar (vervallen van de sociale verzekeringpremies). Ik neem aan dat deze ook zullen worden aangepast.
Nu kunnen werkgevers de werknemers verplichten om vanaf 65 jaar te gaan pensioneren. Waarschijnlijk zal deze wetgeving eveneens op de verhoogde pensioengerechtigde leeftijd worden aangepast. Werknemers kunnen daardoor afdwingen dat zij ook na 65 jaar gewoon in dienst blijven.
Conclusie
De verhoging van de AOW gerechtigde leeftijd is een revolutionaire doorbraak binnen pensioenland. Een wetswijziging echter die al geruime tijd werd verwacht. De pensioenlasten lopen immers, doordat we gemiddeld langer leven, fors op.
Deze wetswijziging sleept echter een groot aantal andere wetten en bepalingen met zich mee. Het is maar de vraag in hoeverre daarover echt is nagedacht en zo ja, kunnen daarvoor oplossingen worden gevonden.
Werknemers worden, sterker dan tot op dit moment al aan de orde is, nog meer zelf verantwoordelijk voor hun eigen oudedagsvoorziening wanneer zij niet zo lang willen blijven doorwerken. Een goede planning (begeleid door een goede adviseur), waarmee tijdig wordt begonnen, is daarin cruciaal.
Frans Griffioen
Directeur